Formularium Ouderenzorg
Delirium
Literatuur geraadpleegd tot: 31/01/2017
- Differentiaal diagnostisch moet gedacht worden aan dementie, depressie, psychose, neuroleptisch syndroom en serotoninesyndroom.
- In eerste instantie dient een behandeling te worden ingesteld voor de onderliggende somatische aandoening(en).
- Niet-farmacologische ondersteunende maatregelen worden aangeraden.
- Een medicamenteuze symptomatische behandeling kan geïndiceerd zijn voor de bestrijding van angst met hallucinaties of wanen, bij hevige motorische onrust (letselpreventie).
- Een benzodiazepine wordt enkel aangeraden in geval van alcohol- of benzodiazepine-onttrekking.
Belangrijkste wijzigingen
- Een wijziging in de aandacht bij de demente persoon kan wijzen op een delirium. Om de aandacht bij een demente persoon op te volgen, kan gebruik worden gemaakt van de "modified-Richmond Agitation and Sedation Scale".
Definitie en indeling
Een delirium is een neuropsychiatrisch toestandsbeeld, dat zich kenmerkt door
- een aandachtsstoornis (verminderd vermogen de aandacht ergens op te richten, vast te houden of te wisselen) en bewustzijnsstoornis (gedaald bewustzijn of gedaald besef van de omgeving) én
- een acuut opgetreden verandering (in uren tot dagen) en een fluctuerende symptomatologie (de verschijnselen manifesteren zich in de avond en nacht doorgaans nadrukkelijker dan overdag);
- een verandering in de cognitie (zoals een geheugenstoornis, oriëntatiestoornis, taalstoornis) of de ontwikkeling van een waarnemingsstoornis (hallucinaties), die niet verklaard kan worden door pre-existente of zich ontwikkelende dementie.
Diagnostiek
Een delirium moet aanzien worden als een urgentie, daar levensbedreigende oorzaken aan de basis kunnen liggen. Het is belangrijk dat een delirium niet miskend wordt en ook herkend wordt door het verplegend personeel. Een hulpmiddel hierbij is de Confusion Assessment Method of CAM, het screeningsinstrument waarvoor de beste evidentie bestaat
Ook een korte test (RADAR), bestaande uit 3 vragen die een verpleegkundige zich stelt in verband met de toestand van de patiënt bij het toedienen van de medicatie, helpt om een delirium te detecteren
Deze 3 vragen zijn :
- was de patiënt suf?
- had de patiënt moeite om de instructies te volgen?
- waren zijn bewegingen vertraagd?
Differentiaal diagnostisch moet gedacht worden aan dementie
Differentiaaldiagnose dementie - delirium :
Een aandachtstoornis, beschouwd als het belangrijkste symptoom van delirium, is niet alleen aanwezig bij delirium maar ook bij 2/3 van de patiënten met dementie zonder delirium. Dit bemoeilijkt de diagnose
Delirium onderscheidt zich van dementie omwille van
- het acute begin
- een wisselend beloop
- wijziging van het slaap-waak ritme
Een wijziging van de aandacht bij demente personen kan wijzen op een delirium. Om de aandacht bij een demente persoon op te volgen, kan gebruik worden gemaakt van de "modified-Richmond Agitation and Sedation Scale"
+4 | strijdlustig: geen aandacht, oppositioneel/vijandig, gewelddadig, direct gevaar voor personeel |
+3 | erg geagiteerd: erg verstrooid, herhaald roepen of aanraken vereist om oogcontact of aandacht te krijgen, trekt aan of verwijdert katheter(s) of tube(s); is agressief |
+2 | geagiteerd: gemakkelijk afleidbaar, verliest vlug de aandacht, vertoont regelmatig niet-doelgerichte bewegingen en/of afwerende reacties |
+1 | onrustig: ietwat afleidbaar,geeft aandacht gedurende grootste deel van de tijd, is angstig, maar de beweeglijkheid, is niet agressief of krachtig |
0 | alert en kalm: geeft aandacht, maakt oogcontact, bewust van de omgeving, reageert direct en aangepast op roepen van naam of aanraking. |
-1 | wordt gemakkelijk wakker: licht slaperig, oogcontact > 10 sec, is niet volledig alert, maar wel in staat wakker te blijven (ogen open/oogcontact) bij stemgeluid ( > 10 sec) |
-2 | wordt langzaam wakker: slaperig, geeft soms aandacht, is kort wakker met oogcontact bij stemgeluid ( < 10 sec) |
-3 | moeilijk wakker te krijgen: herhaald roepen of aanraken vereist om oogcontact of aandacht te krijgen, beweegt en/of opent ogen bij stemgeluid (geen oogcontact) |
-4 | kan niet wakker blijven: wekbaar maar geen aandacht, vertoont geen reactie op stemgeluid, maar beweegt wel en/of opent de ogen bij lichamelijke prikkeling |
-5 | niet wekbaar: vertoont geen reactie op stemgeluid of lichamelijke prikkeling |
Een score van m-RASS verschillend van 0 heeft een sensitiviteit van 69,8% en een specificiteit van 86%; Een score groter dan 1 of kleiner dan 1 heeft een sensitiviteit van 28,9% en een specificiteit van 97%. Er is dus een matige sensitiviteit en een hoge specificiteit, wat betekent dat gevallen van delirium bij dementie gemist kunnen worden. Informatie van de verzorgenden over wijziging van de toestand kan de opsporing verbeteren.
Behandeling
Geselecteerd
Oorzakelijk
Aanpakken onderliggende oorzaak
Bij delirium kunnen vaak één of meerdere onderliggende oorzaken geïdentificeerd worden. Deze herkennen en behandelen is een eerste stap in de aanpak van een delirium
Mogelijk verantwoordelijke medicatie stoppen
Heel wat (genees)middelen kunnen een delier uitlokken.
- Vooral sedativa
$ en geneesmiddelen met anticholinerge werking: antiparkinsonmiddelen, neuroleptica (vooral de fenothiazinederivaten), tricyclische antidepressiva en antihistaminica. - Geneesmiddelen waarvan de anticholinerge ongewenste effecten minder gekend zijn zoals digoxine, theofylline en prednisolon
$ . - Opioïden. Wanneer de verschijnselen van een delier worden geïnterpreteerd als een reactie op de toename van de pijn, kan het verhogen van de dosis opioïden een verergering van het delier uitlokken. Dit kan gepaard gaan met het optreden van myoclonieën, epileptische insulten of hyperalgesie waarbij het gehele lichaam pijn doet bij aanraking (“opioid induced neurotoxicity”)
$ . - Ook alcohol kan een delirium veroorzaken (zowel door intoxicatie als ten gevolge van ontwenning: delirium tremens)
$ .
Onttrekking van middelen behandelen
Indien plotselinge onttrekking van middelen een rol lijkt te spelen, zoals na langdurig gebruik van nicotine of benzodiazepines, wordt deliriumin principe behandeld door het onttrokken middel (of nicotinepleisters) weer op te starten
Andere oorzaken behandelen
- Aanwezigheid van comorbiditeit en/of symptomen van andere medische aandoeningen (infectie, onbehandelde pijn, urineretentie, fecale impactie). Een correcte pijnevaluatie is aangewezen alvorens medicatie te overwegen. Zie correcte evaluatie van de pijn.
- Gehoor- en visusstoornissen.
Niet-medicamenteus
Ondersteunende maatregelen
Niet-farmacologische, ondersteunende maatregelen worden aangeraden, hoewel hierover weinig studies voorhanden zijn (NICE)
Belangrijke elementen zijn
- herkenningspunten aanbieden (klok, kalender, foto’s)
- regelmatig persoon, plaats, dag en tijdstip benoemen
- rustig en in korte zinnen spreken, korte vragen stellen
- de patiënt zo min mogelijk alleen laten (zeker bij angst of paniek)
- de aanwezigheid van vertrouwde, rustgevende personen stimuleren
- bezoek beperken (aantal personen en duur van het bezoek)
- de patiënt aanmoedigen om bril en gehoorapparaat te dragen indien aangewezen
- zorgen voor een continue verlichting van de kamer (’s nachts gedempt licht)
- begrip tonen voor de angst die door hallucinaties en wanen kan worden opgewekt; niet meegaan in waanideeën, duidelijk maken dat uw waarneming anders is, zonder de patiënt tegen te spreken (discussie vermijden)
- in aanwezigheid van de patiënt niet fluisteren met derden
- zorgen voor voldoende vochtinname en adequate voeding
- bij voorkeur géén vrijheidsbeperkende maatregelen/fixatie toepassen
Medicamenteus
Basisbehandeling: Geen geneesmiddel geselecteerd
De aanpak bij delirium bestaat in de eerste plaats uit een oorzakelijke en niet-medicamenteuze behandeling. Vanwege potentiële ongewenste effecten wordt het routinematig opstarten van een medicamenteuze behandeling niet aangeraden
Bij angst, wanen of hallucinaties, bij hevige motorische onrust of om essentieel onderzoek of behandeling mogelijk te maken: Antipsychotica
Geselecteerde geneesmiddelen: haloperidol
Of medicamenteuze symptoombestrijding noodzakelijk is moet in de individuele situatie zorgvuldig afgewogen worden
Werkzaamheid
- De werkzaamheid van (typische en atypische) antipsychotica ter symptoombestrijding bij een delirium is niet eenduidig aangetoond.
- $
Veiligheid
- Verhoogd risico op mortaliteit: Er is een dosisafhankelijk verhoogd risico op plotse hartdood
$ $ $ . Het mortaliteitsrisico blijft significant verhoogd op lange termijn. Dit is ook zichtbaar in studies naar het effect van het stoppen met antipsychotica$ $ . Voor 4 patiënten die stopten met de inname van antipsychotica, stelde men 1 overlijden minder vast (“number needed to stop” = 4)$ $ . Er is geen consistentie tussen de verschillende studies of dit mortaliteitsrisico meer verhoogd is met haloperidol dan met atypische antipsychotica.$ $ $ $ . - Verslechtering van de cognitie
$ . - Andere mogelijke ongewenste effecten zijn extrapiramidale verschijnselen
$ , heupfracturen$ , veneuze trombose$ , CVA$ , pneumonie$ , anticholinerge ongewenste effecten$ , dyslipidemie$ , hyperprolactinemie$ , neuroleptisch syndroom$ , QT-verlenging$ , epileptische aanvallen$ , type 2 diabetes$ , gewichtstoename$ . - Haloperidol heeft weinig anticholinerge effecten.
- Het risico op (zeer zeldzame) darmnecrose is kleiner met haloperidol dan met de andere antipsychotica
$ . - Er zijn geen argumenten die er op wijzen dat atypische neuroleptica minder ongewenste effecten geven dan haloperidol in lage dosis (< 3 mg per dag)
$ . - Antipsychotica verhogen het risico op convulsies bij een delier
$ .
Richtlijnen
- Of medicamenteuze symptoombestrijding noodzakelijk is moet in de individuele situatie zorgvuldig afgewogen worden
$ - Symptomatische behandeling kan geïndiceerd zijn voor de bestrijding van angst en hallucinaties of wanen, bij hevige motorische onrust (letselpreventie) of om essentieel onderzoek of behandeling mogelijk te maken
$ .
Praktische modaliteiten
- Voorafgaand wordt een evaluatie uitgevoerd van de medische toestand en risico’s (cardiovasculair, cognitieve achteruitgang) en symptomen (motorisch, cardiale aritmie, orthostatische hypotensie, ureneretentie). Een ECG wordt afgenomen bij voorgeschiedenis van cardiovasculair lijden en combinatie met medicatie die het QT-interval verlengt. Bij het voorschrijven van antipsychotica houdt men rekening met potentiële ongewenste effecten. Start low, go slow en herevalueer na 3-7 dagen de werkzaamheid en ongewenste effecten. Een verzorgings- en behandelplan wordt opgesteld in multidisciplinair overleg. Als klinisch criterium moet het optreden van- of het ontbreken van verbetering de behandeling sturen
$ . - Het opstarten van antipsychotica dient in overleg te gebeuren met de patiënt of zijn wettelijke vertegenwoordiger, die ook ingelicht moet worden over de mogelijke ongewenste effecten waaronder een verhoogd risico op mortaliteit. Gezien het voorschrijven van antipsychotica een medische beslissing is, is het aan de behandelende arts en niet aan de verpleging om in dialoog te treden met de patient of zijn familie
$ . - Indien men antipsychotica startte omwille van acuut delirium, stopt men de medicatie wanneer de symptomen verdwenen zijn
$ .
Selectie
- De werkzaamheid van antipsychotica ter symptoombestrijding bij delirium is niet eenduidig aangetoond. Dit zijn middelen met belangrijke ongewenste effecten.
- De klinische ervaring is het grootst met haloperidol en is daarom het middel van eerste keuze zo een medicamenteuze behandeling wordt opgestart.
- Indien de behandeling gestart werd omwille van acuut delirium, stopt men de medicatie wanneer de symptomen verdwenen zijn.
Enkel bij alcohol of benzodiazepine-onttrekking: Benzodiazepines
Geselecteerde geneesmiddelen: lorazepam
Benzodiazepines worden enkel aangeraden in geval van alcohol- of benzodiazepine-onttrekking
Een delirium veroorzaakt door plotselinge onttrekking van nicotine of benzodiazepinen wordt in principe behandeld door het onttrokken middel (of nicotinepleisters) terug op te starten
Bij een delirium dat niet door onttrekking wordt veroorzaakt, neemt zowel de duur als de ernst van het delirium toe bij gebruik van lorazepam
Niet geselecteerd
Medicamenteus
Cholinesterase-inhibitoren
Er is voor het ogenblik geen evidentie dat cholinesterase-inhibitoren werkzaam zijn bij de behandeling van een delirium
Enkel bij ziekte van Parkinson: Clozapine
Zoals hierboven reeds aangehaald, is medicamenteuze behandeling enkel geïndiceerd bij angsten, wanen of hallucinaties, bij hevige motorische onrust of om essentieel onderzoek of behandeling mogelijk te maken. Indien medicamenteuze behandeling bij een delirium bij de ziekte van Parkinson noodzakelijk is, kan gekozen worden voor clozapine, waarbij regelmatige controle van het bloedbeeld noodzakelijk is