Formularium Ouderenzorg
Mictieklachten bij mannen
Literatuur geraadpleegd tot: 07/03/2022
- Mictieklachten bij de man hebben, volgens de huidige opvattingen, een multifactoriële oorzaak en zijn niet uitsluitend gerelateerd aan benigne prostaathypertrofie. Er is trouwens geen verband tussen de omvang van prostaathypertrofie en de ernst van de symptomen bij de patiënt.
- Urineklachten bij mannen kunnen zich uiten in moeilijkheden bij het plassen (obstructieve klachten) of in het ophouden van urine (plotselinge aandrang en urineverlies). Deze twee soorten klachten kunnen naast elkaar bestaan en fluctueren in de tijd.
- Veel geneesmiddelen (antihistaminica, bronchodilatatoren, anticholinergica, sympathomimetica, antidepressiva, diuretica) kunnen mictieklachten veroorzaken of verergeren. Daarom moet urine-incontinentie routinematig worden gecontroleerd op geneesmiddelgerelateerde oorzaken.
- Algemene niet-medicamenteuze maatregelen kunnen worden voorgesteld: beperken van de vochtinname, behandeling van constipatie, rookstop en zittend plassen (=advies van deskundigen - beschikbaar bewijsmateriaal is schaars of ontbreekt).
- Er kan ook kinesitherapie worden voorgesteld: blaastraining bij urge-incontinentie en bekkenbodemversterking (niet-invasieve techniek) bij stressincontinentie na prostatectomie. Er is echter beperkt bewijs voor de effectiviteit bij mannen.
- De klinische relevantie van het effect van de verschillende voorgestelde geneesmiddelen (α1-blokkers, 5α-reductase-inhibitoren, 'α1-blokker + 5α-reductase-inhibitor', anticholinergica, fytotherapie en desmopressine) is niet duidelijk, men vindt een belangrijk placebo-effect in de klinische studies.
- Het Formularium ouderenzorg benadrukt het belang van een medicatiebeoordeling en stelt voor om, indien mogelijk, te stoppen met medicijnen die kunnen bijdragen tot mictieklachten.
- Bij persisterende klachten kunnen algemene maatregelen (beperken van de vochtinname, behandeling van constipatie, rookstop en zittend plassen) en kinesitherapie (blaastraining bij urge-incontinentie en bekkenbodemversterking met een niet invasieve techniek bij stressincontinentie na prostatectomie). Er is beperkt bewijs voor de effectiviteit bij mannen, maar er zijn geen bijzondere risico's verbonden aan deze maatregelen.
- Bij stressincontinentie zonder voorafgaande prostaatoperatie en bij ernstige en aanhoudende obstructieve symptomen of bij aanwezigheid van complicaties is gespecialiseerd advies vereist.
- Voor mictieklachten bij mannen worden er geen geneesmiddelen geselecteerd in het Formularium Ouderenzorg omdat de risico-batenverhouding ongunstig is.
- Voor het extract van Serena repens is er onvoldoende evidentie, bovendien kan het gebruik ervan het anticoagulerend effect van vitamine K-antagonisten versterken. Het extract van Serena repens wordt dan ook niet geselecteerd.
- Botulinetoxine-injecties werden niet onderzocht bij ouderen, ze kunnen leiden tot een verhoogd risico van acute urineretentie, ze worden niet terugbetaald en ze zijn heel duur. Botulinetoxine-injecties worden eveneens niet geselecteerd.
Belangrijkste wijzigingen
-
Er is mogelijks een verhoogd risico op depressie en automutilatie bij gebruik van 5α-reductase-inhibitoren. Deze worden niet geselecteerd voor de behandeling van mictieklachten bij oudere mannen.
Introductie
Specifieke mictieklachten
Bij een patiënt die zich met mictieklachten presenteert moet de arts eerst specifieke oorzaken uitsluiten
Specifieke mictieklachten zoals acute prostatitis en urineweginfecties worden besproken in het hoofdstuk infecties. Acute urineretentie en prostaatcarcinoom worden niet besproken.
Aspecifieke mictieklachten
We bespreken in dit hoofdstuk de aspecifieke mictieklachten bij mannen, deze worden in de internationale literatuur “Lower Urinary Tract Symptoms” (LUTS) genoemd. De klachten uiten zich in moeite met het uitplassen (obstructieve klachten) en moeite om de urine op te houden (aandrangs- en incontinentieklachten)
Vroeger werd aangegeven dat prostaathyperplasie (BPH) de belangrijkste oorzaak was. De relatie tussen mictieklachten en prostaatvergroting is hooguit zwak
Epidemiologie
De prevalentie van urge-klachten neemt toe met de leeftijd : 3% bij mannen van 40-44j, 40% bij mannen van 75j. De prevalentie van urinaire incontinentie is 0.7% bij mannen van 50-59j en 3.5% bij mannen >70j
Bij mannen is de meest voorkomende vorm van incontinentie urge-incontinentie (40 à 80% van de patiënten), gevolgd door gemengde incontinentie (10 à 30%). Inspanningsincontinentie komt zelden voor (minder dan 10%) behalve na prostatectomie
Definitie en indeling
De klachten worden volgens in 3 categorieën ingedeeld:
- moeilijk kunnen ophouden van urine (moeilijk te bedwingen aandrang, verhoogde mictiefrequentie, nycturie, urge-incontinentie)
- ledigingsklachten (hesitatie, onderbroken straal, zwakke straal, minder goed kunnen uitplassen, nadruppelen)
- postmictionele klachten (druppeltjes plas verliezen na de mictie, gevoel van onvolledige blaaslediging)
$ .
Incontinentie en nycturie kunnen dus deel uitmaken van de klachten. Problemen met de en bij de blaaslediging komen het meest voor, maar problemen met het ophouden van urine zijn veel meer invaliderend en zullen de patiënt ertoe aanzetten om een arts te raadplegen. Geïsoleerde problemen met het ophouden van urine zijn meestal te wijten aan het overactieve blaassyndroom (waarbij frequente mictie, incontinentie en nycturie samen voorkomen)
Incontinentietypes
Urge-incontinentie (of aandrangincontinentie): Onder urge-incontinentie verstaat men onwillekeurig urineverlies dat optreedt als de detrusorcontractie niet kan worden onderdrukt (blaasinstabiliteit).
Inspanningsincontinentie (of stress-incontinentie): Inspanningsincontinentie wordt veroorzaakt door een verzwakking van de bekkenbodemspieren en/of van de blaashals. De patiënt verliest kleine hoeveelheden urine bij willekeurige (sport) of onwillekeurige inspanningen (niezen, hoesten). Bij mannen komt dit type vooral voor na prostatectomie.
Gemengde incontinentie: Bij gemengde incontinentie is er onwillekeurig urineverlies dat optreedt zowel bij intra-abdominale drukverhogende momenten als bij plotse mictiedrang. De oorzaken ervan komen overeen met die van inspannings- en urge-incontinentie.
Overloopincontinentie (bij blaasretentie): Bij overloopincontinentie overschrijdt de druk in de volle blaas de maximale urethrale druk in afwezigheid van detrusorcontracties
De behandeling, behalve in het acute moment, gebeurt in de tweede lijn.
Functionele incontinentie: Dit is incontinentie ten gevolge van het niet tijdig kunnen bereiken van het toilet door een verminderde mobiliteit of cognitieve stoornissen
Achtergrondinformatie
Prognose:
De natuurlijke evolutie van aspecifieke mictieklachten bij de man is vrij gunstig: bij een derde verminderen klachten spontaan, bij een derde blijven ze gelijk en bij een derde nemen ze toe in de tijd. De meeste mannen met mictieklachten blijken slechts lichte klachten te hebben. Ernstige klachten hebben een slechtere prognose en meer kans op progressie
Beperkt effect van geneesmiddelen:
- Geneesmiddelen hebben slechts een beperkt effect op de klachten (de klinische relevantie van de zelfs statistisch significante verschillen van een paar punten op de ernstscores is vaak nihil
$ ).- $
- Door de onvoorspelbare spontane evolutie, het gebrek aan zekerheid over de pathofysiologie van de klachten en het grote placebo-effect is het resultaat van eender welke behandeling moeilijk te beoordelen.
- Bijna alle studies over de werkzaamheid van geneesmiddelen op urinaire klachten bij mannen zijn uitgevoerd in de 2e of 3e-lijnszorg
$ . - De basis van de behandeling bestaat uit voorlichting en niet-medicamenteuze adviezen, maar het bewijs voor de effectiviteit hiervan is beperkt.
- Medicamenteuze behandeling van aspecifieke mictieklachten bij mannen in de eerste lijn kan worden beschouwd als placebotherapie met een risico op bijwerkingen. Invasieve behandelingen kunnen bij ernstige persisterende klachten een valabele optie zijn.
Behandeling
Geselecteerd
Oorzakelijk
Herziening of afbouw medicatie
Veel geneesmiddelen (antihistaminica, bronchodilatatoren, anticholinergica, sympathomimetica, antidepressiva, diuretica) kunnen LUTS-klachten veroorzaken of verergeren
Niet-medicamenteus
Algemene maatregelen : vochtinname beperken, behandeling van obstipatie, rookstop en zittend plassen.
Onafhankelijk van het type urinaire incontinentie worden op basis van expertconsensus (soms opgenomen in praktijkrichtlijnen) algemene maatregelen aanbevolen zoals voldoende lichaamsbeweging, een vochtinname van 1.5L per dag, vermijden van bruisende, alcoholische of caffeïnerijke dranken, behandeling van obstipatie, stoppen met roken
Bij nycturie wordt aangeraden de vochtinname ’s avonds te verminderen. Bij nadruppelen wordt geadviseerd om de plasbuis leeg te laten strijken na iedere mictie
Adviseer indien nodig het gebruik van incontinentiemateriaal. Geef aandacht aan de bescherming van de omliggende huid, door niet te frequent te wassen en indien nodig een zinkoxidezalf toe te passen
Mictie in zittende houding kan worden aanbevolen gezien de eventuele (beperkte) werkzaamheid en afwezigheid van ongewenste effecten
- Een meta-analyse van 11 RCT's onderzocht de invloed van mictie in zittende houding op de urodynamische parameters bij gezonde mannen en bij mannen met LUTS
$ . Bij gezonde mannen blijkt de houding geen invloed te hebben op de parameters. Bij mannen met LUTS verbetert zittende houding het urodynamische profiel. De auteurs vermelden dat een postmictioneel residu gepaard gaat met urineweginfecties en blaasstenen. Er zijn geen bewijzen dat de verbetering van deze urodynamische parameters een gunstige invloed heeft op de klinische parameters.
Bij urge-klachten: Blaastraining
Wanneer frequent plassen de belangrijkste klacht is kan men $ adviseren
Deze behandeling wordt aanbevolen gezien de afwezigheid van ongewenste effecten, hoewel er slechts een beperkt bewijs van werkzaamheid is
Bij inspanningsincontinentie na prostaatoperatie: Bekkenbodemrevalidatie
Bij mannen met inspanningsincontinentie na prostaatoperatie is er onvoldoende onderbouwing voor het nut van bekkenbodemrevalidatie met of zonder $ of electrostimulatie
We raden toch aan om bekkenbodemrevalidatie (zonder electrostimulatie) te starten omwille van een mogelijks bescheiden effect en de afwezigheid van bijwerkingen
Doorverwijzing
Bij inspanningsincontinentie zonder voorafgaandelijke prostaatoperatie en bij ernstige obstructieve symptomen of complicaties: Doorverwijzing naar specialist
- Inspanningsincontinentie bij mannen zonder een voorafgaandelijke prostaatoperatie is zeldzaam. Indien geneesmiddelen als oorzaak uitgesloten zijn is doorverwijzing naar een uroloog aangewezen voor verdere diagnostiek
$ . - Invasieve behandeling richt zich op het wegnemen of doorgankelijker maken van een (verondersteld, of urodynamisch bewezen) obstruerende prostaat. Wanneer andere factoren leiden tot de klachten, worden deze niet per definitie ook effectief aangepakt bij een dergelijke ingreep; een chirurgische interventie kan daarom soms een averechts effect hebben
$ .- TURP: Transurethrale prostaatresectie (TURP) is de gouden standaard voor de behandeling van goedaardige prostaathypertrofie
$ . De symptomatische verbetering is heel duidelijk bij ongeveer 75% van de patiënten; bij de resterende patiënten verbeteren de klachten niet of verergeren deze zelfs. Er is een beperkt chirurgisch risico en de ongewenste effecten op (middel)lange termijn zijn gering. Ongeveer 10% van de patiënten meldt impotentie of incontinentie.
- TURP: Transurethrale prostaatresectie (TURP) is de gouden standaard voor de behandeling van goedaardige prostaathypertrofie
Niet geselecteerd
Medicamenteus
5α-reductase-inhibitoren
De baten-risicoverhouding van deze therapeutische klasse wordt tegenwoordig onvoldoende geacht bij de behandeling van aspecifieke mictieklachten in eerste lijn
Ze worden toch aanbevolen door NICE voor de behandeling van LUTS-klachten bij mannen met een prostaatvolume van minstens 30 g of met PSA-spiegels > 1,4 ng/ml en die worden beschouwd als hoogrisico voor progressie (oudere mannen bijvoorbeeld)
Werkzaamheid
- 5α-reductase-inhibitoren (dutasteride, finasteride) hebben een androgeen effect en een zeer beperkt effect op de symptomen. Ze zijn geregistreerd voor de preventie van urologische complicaties van BPH (acute urineretentie en prostaatchirurgie). Literatuuronderzoek kan dit echter niet bevestigen.
- Het duurt minstens 6 maanden vooraleer hun effect kan geëvalueerd worden
$ $ .
Veiligheid
- Risico op anti-androgene ongewenste bijwerkingen: seksuele stoornissen zoals impotentie, verminderd libido, ejaculatiestoornissen en gynaecomastie. Het lijkt erop dat deze ongewenste effecten ook na het stoppen van de behandeling kunnen aanhouden
$ . - Vermoeden van verhoogd risico op borstkanker bij finasteridegebruik
$ $ . - Daling van het prostaatspecifiek antigeen (PSA) vandaar dat een correctiefactor x2 moet worden toegepast na zes maanden
$ . Elke stijging van de PSA-spiegels, zelfs binnen de normen, kan een teken zijn van prostaatkanker$ . - Mogelijks verhoogd risico op depressie
$ en automutilatie$ $ . $. Bij het voorschrijven van dit geneesmiddel dient men de patiënt hierover te informeren. - De 5α-reductase-inhibitoren werden onderzocht wegens mogelijk preventief effect op prostaatkanker. Zij werden hiervoor door de FDA niet erkend: ze zouden de incidentie laaggradige prostaatkankers verminderen maar prostaatkanker in geavanceerde stadia verhoudingsgewijs verhogen (FDA)
$ $ $ . Deze gegevens nopen tot waakzaamheid bij het gebruik van finasteride$ $ .
Alfa1-blokkers
Werkzaamheid
- α1-blokkers (alfuzosine, tamsulosine, terazosine) geven een beperkte klinische verbetering van obstructieve klachten : een lichte daling van de IPSS (International Prostate Symptom Score (schaal 0-35)) en een lichte verbetering van de urodynamische parameters. Deze verbetering is klinisch niet relevant.
- De winst treedt op binnen de maand na het starten van de behandeling en het effect valt geleidelijk terug met een nog beperkte winst na 1 jaar.
- De behandeling heeft geen bewezen effect op het optreden van complicaties.
Veiligheid
- Orthostatische hypotensie en “duizeligheid” (instabiliteit) zijn belangrijke ongewenste effecten, zeker bij ouderen. Er is een groter risico bij het starten of herstarten van een behandeling (first-dose effect).
- Een retrospectieve cohortstudie heeft ernstige hypotensie (met nood aan hospitalisatie) geassocieerd aan het gebruik van tamsulosine onderzocht bij meer dan 380.000 patiënten tussen 40 en 85 jaar oud
$ . De resultaten tonen een verband aan met inname gedurende de eerste 8 weken van de behandeling of bij het herstarten van de behandeling (verdubbeling van het relatieve risico)$ . - Een cohortstudie in Canada (n = 147.084 mannen vanaf 66 jaar) toont een verband aan tussen de blootstelling aan een α1-blokker en het risico op een valincident (OR = 1,14 met BI 95% van 1,07 tot 1,21) en fractuur (OR = 1,16 met BI 95% van 1,04 tot 1,29)
$ . Het is belangrijk dit risico af te wegen tegen de geringe verwachte winst en met de patiënt te bespreken, rekening houdend met de ernst van zijn klachten$ .
- Een retrospectieve cohortstudie heeft ernstige hypotensie (met nood aan hospitalisatie) geassocieerd aan het gebruik van tamsulosine onderzocht bij meer dan 380.000 patiënten tussen 40 en 85 jaar oud
- Tamsulosine kan depressieve klachten veroorzaken. Dit werd onderzocht door het Nederlands Bijwerkingen Centrum (LAREB). Het causaal verband lijkt geloofwaardig en bij depressieve klachten moet het stopzetten van de behandeling overwogen worden
$ . - Het gebruik van tamsulosine is gerelateerd aan ernstige complicaties bij en na cataractchirurgie (floppy iris-syndrome). Gezien de lange halfwaardetijd (ca. 15 uur) is het staken van tamsulosine enkele dagen voor een geplande cataractoperatie vaak maar gedeeltelijk effectief
$ $ $ .
Aanbeveling
De aanbeveling van de consensusconferentie van het RIZIV in 2011 suggereert om de behandeling stop te zetten na 1 jaar (gezien de geleidelijke afname van de winst met beperkt overblijvend voordeel na 1 jaar)
Fytotherapie: extract van serenoa repens
Werkzaamheid
Het extract van Serenoa repens is het meest onderzocht.
Een Cochrane review besluit dat Serenoa repens niet werkzamer is dan placebo
We beschikken dus over onvoldoende evidentie om Serenoa repens aan te bevelen.
Veiligheid
Gebruik van Serenoa repens kan het anti-coagulerend effect van de vitamine K-antagonisten verhogen
Anticholinergica
Anticholinerge spasmolytica (darifenacine, fesoterodine, oxybutynine, solifenacine, tolterodine en propiverine) worden soms gebruikt wanneer er ernstige urge-klachten zijn en weinig obstructieve symptomen
- Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van anticholinergica bij mannen met mictieproblemen
$ . - Wegens risico op verwardheid worden ze bij voorkeur niet voorgeschreven aan mannen ouder dan 65 jaar
$ . - Observationele gegevens wijzen erop dat langdurig gebruik van anticholinergica het risico op dementie vergroot
$ .
Combinatietherapie
Combinatie α1-blokker + 5-α-reductaseremmer
De combinatietherapie van α1-blokkers en 5-α-reductaseremmers werd onderzocht bij mannen met obstructieve mictieklachten. De combinatie is in studies statistisch significant werkzamer dan placebo of dan een 5-α-reductaseremmer alleen. Ze blijkt niet werkzamer dan monotherapie met een α1-blokker. De statistisch significante verbetering is echter niet klinisch relevant.
Deze combinatie kan dus niet aanbevolen worden
Combinatie α1-blokkers + anticholinerge spasmolytica
De combinatietherapie α1-blokkers en anticholinerge spasmolytica werd onderzocht bij mannen met LUTS-klachten en een overactieve blaas. Er zijn weinig studies en ze zijn van zeer korte duur (max. 4 maanden). De combinatietherapie is significant werkzamer dan placebo, maar niet werkzamer dan monotherapie met een α1-blokker. De significante verbetering tegenover placebo bleek echter niet klinisch relevant.
Dit ondersteunt de aanbeveling om geen medicatie te starten bij aspecifieke mictieklachten
Desmopressine
Desmopressine wordt niet aanbevolen ongeacht de galenische vorm, dit geldt dus ook voor de neusspray.
Deze synthetische analoog van het antidiuretische hormoon vasopressine is onder meer geregistreerd voor de behandeling van nycturie. Er zijn geen goede studies die werkzaamheid voor deze indicatie aantonen. Bovendien is er een risico op hyponatriëmie
Invasief
Andere minder invasieve technieken dan TURP, sling of kunstsluitspier, botulinetoxine
Invasieve behandeling richt zich op het wegnemen of doorgankelijker maken van een (verondersteld of urodynamisch bewezen) obstruerende prostaat. Wanneer andere factoren leiden tot de klachten worden deze niet per definitie ook effectief aangepakt bij een dergelijke ingreep; een chirurgische interventie kan daarom soms een averechts effect hebben
Andere minder invasieve technieken dan TURP
De plaats van nieuwere, minder invasieve technieken dan TURP blijft onduidelijk. De beschikbare studies zijn klein en van korte duur. Laserbehandelingen en vaporisatie lijken even werkzaam als TURP en leiden tot minder complicaties. Microgolfthermotherapie is een alternatief. Het is minder werkzaam dan TURP, maar er zijn minder ernstige ongewenste effecten en het kan ambulant uitgevoerd worden
Sling of kunstsluitspier
Er is beperkt bewijs voor het effect van een sling bij mannen met (post-prostatectomie) stressincontinentie
Botulinetoxine
Werkzaamheid
- Botulinetoxine is werkzaam bij symptomen van refractaire blaashyperactiviteit (waaronder incontinentie-episodes) maar gegevens zijn momenteel nog te schaars op vlak van werkzaamheid op lange termijn, veiligheid en optimale dosering
$ . Het is niet onderzocht bij ouderen. - Een dubbelblinde RCT vergeleek botuline-toxine met placebo bij ongeveer 400 patiënten met benigne prostaathypertrofie en een IPSS-score van minimum 14 punten (matige tot ernstige klachten). Men stelt een opmerkelijk placebo-effect vast in deze studie, maar vindt geen argumenten om deze behandeling in het kader van BPH voor te schrijven
$ . In beide groepen daalde de IPSS-score met ongeveer 6 punten (6,3 met botuline-toxine versus 5,6 punten met placebo), zonder significant verschil tussen beide groepen$ . - Vergeleken met anticholinergica lijkt de werkzaamheid van botulinetoxine een gelijkwaardig effect te hebben op de verminderde frequentie van urgente micties. Het geeft een meer volledige resolutie van de incontinentie.
Veiligheid
Het geeft minder monddroogte vergeleken met de anticholinergica ten koste van meer urineretentie (intermittent katheteriseren kan noodzakelijk zijn) en urineweginfecties
Kostprijs
Botulinetoxine wordt niet terugbetaald en is zeer duur.