-
Inleiding
- Deprescribing
-
Cardiovasculair stelsel
-
Gastro-intestinaal stelsel
-
Ademhalingsstelsel
-
Hormonaal stelsel
- Urogenitaal stelsel
- Pijn en koorts
-
Palliatieve zorg — stervenszorg
- Osteo-articulaire aandoeningen
-
Zenuwstelsel
-
Infectieziekten
- Verantwoord antibioticabeleid in WZC's
- Algemene maatregelen voor de preventie van infectie
- Beleid bij multiresistente kiemen (MDRO: MRSA, ESBL-E, CPE, VRE,…)
- Beleid bij infectie met Clostridioides difficile
- NKO-infecties
- Infecties van de luchtwegen
- Infecties van het gastro-intestinaal stelsel
- Urogenitale infecties
- Oftalmologische infecties
- Infecties van de huid en de weke weefsels
- Vaccins
-
Vitaminen en mineralen
-
Dermatologie
- Oftalmologie
-
Neus-keel-oren
- Urgentietrousse
Formularium Ouderenzorg
Klinische hypothyreoïdie
Literatuur geraadpleegd tot: 15/05/2017
- Systematische opsporing van een verstoorde schildklierwerking bij vrouwen ouder dan 50 jaar wordt aanbevolen, opsporing is ook aangewezen bij struma, osteoporose, supraventriculaire tachycardie of voorkamerfibrillatie.
- Sommige geneesmiddelen kunnen schildklierstoornissen doen ontstaan en vereisen eveneens nauwer toezicht (amiodaron, lithium, jodium…).
- Bij hypothyreose wordt behandeling met levothyroxine aanbevolen. Regelmatige monitoring is noodzakelijk om de dosis aan te passen.
Definitie en indeling
Klinische hypothyreose kenmerkt zich door aspecifieke symptomen (oa. vermoeidheid, geheugen- en concentratiestoornissen, obstipatie, depressie, bradycardie, kouwelijkheid, gewichtstoename…). De diagnose wordt bevestigd door een verhoging van het TSH geassocieerd met een daling van de serumconcentraties van het vrij T4
Behandeling
Geselecteerd
Medicamenteus
Thyroïdhormonen
Geselecteerde geneesmiddelen: levothyroxine
Er is algemene consensus over de werkzaamheid van levothyroxine bij klinische hypothyreose, hoewel hier geen placebogecontroleerde studies over bestaan (deze worden als onethisch beschouwd)
Monitoring van de behandeling aan de hand van de TSH-waarde is noodzakelijk (zie geneesmiddelenfiche). Let op een lage aanvangsdosis (12,5 à max 25 µg/d, elke 6 weken aan te passen naargelang het TSH) bij ouderen of bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen (risico op acuut myocardinfarct en voorkamerfibrillatie)
Bij de opstart bij diabetespatiënten kan een dosisverhoging van de antidiabetische middelen of insuline nodig zijn.
Het nefrotisch syndroom kan de eliminatie van de T4-bindingseiwitten versnellen
Ook opgelet voor de interacties (zie fiche van levothyroxine) die de absorptie van levothyroxine kunnen verminderen. Men moet hiermee rekening houden.
Selecteer een item in het menu
☞ selecteer daarna een indicatie
☞ terug naar de hoofdpagina
Het Formularium Ouderenzorg wordt gerealiseerd met financiële steun van het RIZIV, met behoud van onze redactionele onafhankelijkheid.