Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie

Formularium Ouderenzorg

Algemene aandachtspunten voor een goed voorschrijfbeleid

Literatuur geraadpleegd tot: 16/02/2021

Mogelijke problemen

Vragen die men zich als voorschrijver kan stellen en commentaren

Overbehandeling en chronisch gebruik

Is er voldoende indicatie voor alle gebruikte geneesmiddelen?

Is het verder blijven toedienen van een geneesmiddel noodzakelijk?

Over de duur van de behandeling kan eventueel van bij de start overlegd worden met de patiënt.

Zijn er geneesmiddelen waarvan het voorschrift op termijn kan geschrapt worden, eventueel na overleg met betrokkene en zorgverstrekkers?

Indien het gebruik van één of meerdere geneesmiddelen kan vermeden worden, verminderen de risico’s eigen aan polymedicatie.

Bij ouderen (die al of niet in een WZC verblijven) behoren benzodiazepines en neuroleptica tot de geneesmiddelengroepen die het vaakst aanleiding geven tot chronisch gebruik en/of overgebruik.

Onderbehandeling

Zijn er medische problemen die niet optimaal medisch behandeld worden, rekening houdende met de algemene toestand en met de verwachtingen van de patiënt?

Uit sommige buitenlandse studies blijkt dat onderbehandeling bij ouderen vaak voorkomt. Voorbeelden: geen anticoagulatie of anti-aggregerende behandeling bij voorkamerfibrillatie, geen ACE-inhibitoren bij hartfalen, geen acetylsalicylzuur of β-blokker bij myocardinfarct.

Een cross-sectionele studie die in 2015 in België is uitgevoerd bij een populatie van 80 jaar en ouder, laat een prevalentie van ondermedicatie (volgens START) zien van bijna 60%, wat hoger is dan de prevalentie van overmedicatie (vergeet echter niet dat START geen rekening houdt met de algemene gezondheidstoestand of met de wensen van de patiënt)

Keuze van het geneesmiddel

Gebeurde de keuze van het geneesmiddel oordeelkundig en is de risico-batenverhouding optimaal?

Is er een geschikter alternatief of een goedkoper alternatief met dezelfde risico-batenverhouding?

Zijn er niet-medicamenteuze opties waarmee dezelfde resultaten kunnen bekomen worden?

Keuze van de toedieningsvorm

Wordt het geneesmiddel toegediend via de optimale toedieningsweg en in de meest geschikte vorm?

Posologie

Is de posologie aangepast aan de patiënt?

De posologie moet steeds individueel aangepast zijn, onder andere op basis van de nierfunctie en van het optreden van ongewenste effecten.

Ter herinnering: de (hoge) doses die gebruikt worden in grote klinische studies, worden door ouderen vaak slecht verdragen en kunnen bij hen leiden tot ongewenste effecten. In de bijsluiters wordt zelden voorgesteld de posologie aan te passen in de geriatrie.

Ongewenste effecten

Zijn symptomen of medische problemen gerelateerd aan de medicatie, aan leeftijd of aan de aandoening zelf?

Vooreerst wordt het risico van ongewenste effecten groter naarmate er meer geneesmiddelen gebruikt worden. Het is dus essentieel rationeel voor te schrijven.

Verder doen ongewenste effecten zich bij ouderen vaak op een minder typische wijze voor dan bij jongere personen. Deze herkennen als ongewenste effecten van het geneesmiddel is niet altijd gemakkelijk. De gevolgen van ongewenste effecten zijn nefaster en herstel is moeilijker dan bij jongere personen.

Medicamenteuze interacties

Zijn er klinisch belangrijke interacties van het geneesmiddel met andere geneesmiddelen, met voeding of voedingssupplementen, met een pathologie of met een diagnostische test?

Is deze interactie klinisch relevant?

Therapietrouw

Wordt het voorschrift trouw opgevolgd door de patiënt?

Indien niet: wat kan de oorzaak zijn (kost, te weinig inzicht in het nut van de behandeling, optreden van ongewenste effecten of andere oorzaken)?