Infectieziekten 

• Urogenitale infecties:
  • Bij hoogbejaarden* en/of mensen met nierinsuficiëncie:
    • Niet-gecompliceerde acuut urineweginfecties (cystitis)
    • Niet-gecompliceerde recidiverende urineweginfecties (recidiverende cystitis)
      • Eerste stap (bij mannen).
      • Na falen van lokale oestrogenen (bij vrouwen).

*Bij recidiverende cystitis bij vrouwen zonder verhoogd risico, zelfbehandeling kan worden overwogen (zie BAPCOC).

NB : De ingestelde antibioticabehandeling moet worden bijgestuurd in functie van de klinische evolutie van de patiënt en op geleide van het antibiogram. Als de klachten niet binnen 48 uur verbeteren, moet een andere diagnose worden overwogen (acute pyelonefritis, prostatitis/orchi-epididymitis bij mannen, andere diagnose bij atypische klachten) en moet de behandeling worden aangepast of stopgezet​​​​​​​ (zie ook Folia juli 2021).

• Acute behandeling:
  • Trimethoprim oraal
    • 300 mg per dag (magistrale bereiding*) in 1 gift
      • Gedurende 3 dagen (vrouw).
      • Gedurende 7 dagen (man).
• Recidiverende cystitis (3 episodes in de laatste 12 maanden of 2 episodes in de laatste 6 maanden):
  • Trimethoprim oraal
    • 100 mg per dag (magistrale bereiding*) in 1 gift gedurende 6 maanden.

• Bij een eGFR tussen 15 en 30 ml/min:  de dosis na 3 dagen halveren.
• Bij een eGFR < 15 ml/min: gecontra-indiceerd.

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• Uiterste voorzichtigheid is geboden bij gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen met een risico op hyperkaliëmie, vooral geneesmiddelen die inwerken op het renine-angiotensine-aldosteronsysteem en kaliumsparende diuretica.

• Als eerste keuze voor de behandeling van cystitis bij mannen en vrouwen wordt door verschillende praktijkrichtlijnen (inclusief WOREL 2016)  een antibioticum aangeraden tenzij bij vermoeden van geassocieerde prostatitis (mannen).
• BAPCOC beveelt orale trimethoprim aan voor hoogbejaarden en/of mensen met nierfalen.  Trimethoprim is eerste keuze omdat het risico op mogelijk ernstige bijwerkingen en toxiciteit met nitrofurantoïne groter is bij verminderde nierfunctie, wat bij veel ouderen het geval is.