-
+ substraten van CYP1A2 (zie Repertorium BCFI inleiding Tabel Ic. in Inl.6.3.) : stijging van hun plasmaconcentratie en versterking van hun ongewenste effecten (ciprofloxacine is een inhibitor van CYP1A2)
+ ciclosporine: toename van zijn plasmaconcentratie en van het risico van nefrotoxiciteit (ciprofloxacine is een matige inhibitor van CYP3A4)
+ aluminium-, magnesium-, calcium-, ijzer- of zinkzouten, sucralfaat, strontiumranelaat, melkproducten: verminderde resorptie van ciprofloxacine => inname van ciprofloxacine 1 tot 2 uur vóór of minstens 4 uur na toediening van deze middelen
+ orale anticoagulantia: verhoogd anticoagulerend effect
+ geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen: antidepressiva, antipsychotica, tramadol, dextropropoxyfeen, cholinesteraseremmers, ...: verhoogd risico van convulsies
+ hypoglykemiërende geneesmiddelen: verhoogd risico van hypoglykemie
+ geneesmiddelen die het risico op functionele of organische nierinsufficiëntie verhogen: verminderde renale uitscheiding van de chinolonen
+ fotosensibiliserend geneesmiddel: versterking van het effect
+ corticosteroïden: verhoogd risico van peesrupturen en arthralgie
Zie Repertorium BCFI 11.1.5