Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie
Ga naar overzicht geneesmiddelen

Nortriptyline

ATC: N06AA10

Selecties

Zenuwstelsel:

Palliatievezorg - stervenszorg:

  • depressie, te overwegen: keuze tussen nortriptyline (TCA) en sertraline (SRRI) in functie van de patiëntkarakteristieken.

 

Contra-indicaties

  • recent myocardinfarct, aritmieën, intracardiale geleidingsstoornis,
  • associatie met MAO-inhibitoren,
  • deze van anticholinergica.

​Zie Repertorium BCFI 10.3.2.1

Posologie

Depressie

  • aanvangsdosis: 25 mg per dag ’s morgens; (maximale dosis: 50 mg per dag). Bij hoogbejaarden, ernstige somatische comorbiditeit en bij dementie starten met 10 mg (magistraal),
  • bij voldoende therapeutische respons (na 6 tot 8 weken), behandeling verderzetten gedurende minstens 6 tot 12 maanden na remissie,    
  • bij stopzetten van de behandeling is het raadzaam de dosis geleidelijk te verminderen. 

Neuropathische pijn:

  • starten met 10 mg, verhoog de dosis naar 25 mg, na 2 tot 3 weken,  indien dit goed wordt verdragen en er nog onvoldoende pijncontrole bekomen werd.

Bij nierinsufficiëntie

  • geen dosisaanpassing nodig bij nierinsufficiëntie.

Voorzorgen

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Overweeg een EKG, voorafgaande de behandeling om QT-verlenging uit te sluiten.
  • Monitor gedurende de eerste 4 weken wekelijks op potentieel ongewenste effecten.
  • Anticholinerge effecten: bijzondere voorzorg bij patiënten met prostaathypertrofie, urinaire retentie, gesloten-hoekglaucoom, chronische obstipatie
  • Verlaging van de convulsiedrempel: voorzichtigheid bij antecedenten van epilepsie.
  • Voorzichtigheid geboden bij ernstige leverinsufficiëntie.
  • Houd rekening met het valrisico en de gevolgen daarvan.
  • Nortriptyline werkt licht stimulerend, in tegenstelling tot de meeste tricyclische antidepressiva..

Ongewenste effecten

  • aritmieën, orthostatische hypotensie
  • verwardheid
  • anticholinerge effecten (in beperkte mate), waaronder obstipatie, droge mond en ogen
  • mogelijk gewichtstoename
  • angst, agitatie, slapeloosheid

Zie Repertorium BCFI 10.3.2.1

 

Interacties

+ MAO-inhibitoren: risico van hyperpyretische en hypertensieve crises => 2 weken stopzetten van de MAO-inhibitor vooraleer behandeling met nortriptyline op te starten

+ geneesmiddelen die het centrale zenuwstelsel onderdrukken en alcohol: versterking van het sedatief effect

+ geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (zie ), de hartfrequentie vertragen of hypokaliëmie veroorzaken (zie QT-verlenging en torsades de pointes) verhoogd risico van torsades de pointes

+ antihypertensiva met centrale werking (methyldopa, clonidine, moxonidine, guanfacine): nortriptyline gaat hun werking tegen

+ sympathicomimetica (bv. decongestiva): nortriptyline versterkt hun effect

+ inhibitoren van CYP2D6 (zie Repertorium BCFI Inleiding 6.3: Interacties van geneesmiddelen): verhogen de ongewenste effecten van nortriptyline

+ geneesmiddelen die de convulsiedrempel verlagen (bv. SSRI’s, neuroleptica, tramadol, cholinesterase-inhibitoren): verhoogd risico op convulsies

+ middelen met een potentieel obstiperend effect (waaronder opioïden, andere imipramine-derivaten, H1-antihistaminica, diuretica, verapamil, diltiazem, amlodipine, ondansetron, moxonidine, clonidine): verhoging van het

obstipatierisico

Zie Repertorium BCFI 10.3.2.1

Pletten en delen

  • pletten: Nortrilen®  zijn filmomhulde comprimes (nortriptyline is lichtgevoelig),  daarom mogen ze enkel ex tempore geplet worden 

zie ook: www.pletmedicatie.be

 

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

  • Ernstige depressie: indien contra-indicatie voor SSRI: :
    • Er is geen evidentie dat bij depressie de doeltreffendheid van de tricyclische antidepressiva (TCA's) en van de selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI's) verschilt. Tricyclische antidepressiva geven echter meer nevenwerkingen bij ouderen. Er wordt dan ook een voorkeur gegeven aan een SSRI (sertraline).
    • TCA’s zijn te verkiezen boven SSRI’s bij de ziekte van Parkinson (nortriptyline), bij gelijktijdige behandeling met NSAID’s of anti-aggregantia of bij patiënten met een voorgeschiedenis van gastro-intestinale bloedingen. ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ 
  • Neuropathische pijn
    • Werkzaamheid:
      • nortriptyline is een oudere molecule, de studies waren destijds niet zo uitgebreid en vergelijkende studies worden niet meer opgezet. De weinige studies die er zijn hebben meestal betrekking tot amitriptyline, maar nortriptyline is de actieve metaboliet van amitriptyline,
      • nortriptyline is werkzaam bij zowel diabetische neuropathie als postherpetische neuralgie.
    • Veiligheid:
      • de anticholinergische effecten zijn dosisgerelateerd, bij deze indicatie bij ouderen, wordt een kleinere dosis (10 mg) geadviseerd,
      • nortriptyline is weinig of niet sedatief, of zelfs licht activerend (Zie Repertorium BCFI10.3.2.1)
 
Binnen de klasse van TCA’s wordt nortriptyline geselecteerd, omdat dit middel minder orthostatische hypotensie veroorzaakt en relatief weinig ongewenste anticholinerge effecten heeft.


Feedback

Feedback

Registreer u en blijf op de hoogte

U wil op de hoogte blijven over onze projecten;

het Formularium (Info), de (e)folia, de trasparantiefiches of onze nieuwe projecten ?

Registreer u hier