- dosisaerosol en inhalatiepoeder (100µg / 1dos.): 100 µg tot 200 µg in één inname, 3 à 4 x per dag (‘as needed’); het tijdsinterval tussen 2 opeenvolgende inhalaties is 1 minuut en tussen twee toedieningen 4 tot 6 uur,
- verneveloplossing (5mg/1ml):0,5 tot 1 ml (= 10 tot 20 druppels = 2,5 tot 5 mg salbutamol) in 2 tot 4 ml fysiologische oplossing; maximum 3 tot 4 keer per dag
Bij ouderen starten met de laagste dosis.
Bij de keuze van een device dient er rekening gehouden te worden met de cognitieve status, hand-longcoördinatie en de inspiratiekracht.
Beschikbare toedieningsvormen voor Salbutamol inhalatie 100 µg/ 1 dos.:
- dosisaerosol: gedurende 10 sec goed schudden vóór gebruik. Het toevoegen van een voorzetkamer heeft het voordeel dat minder synchronisatie vereist is tussen het ogenblik van vrijstelling van de dosis en dat van inhalatie. Bij oudere patiënten met synchronisatieproblemen wordt een voorzetkamer geadviseerd.
- dosisaerosol zonder ademgestuurd doseerventiel.
- dosisaerosol met ademgestuurd doseerventiel (Autohaler®): bij een verminderde hand-longcoördinatie kan deze inhalator eventueel aangewezen zijn. Hiervoor moet de patiënt wel de adem minstens vijf seconden kunnen inhouden
- inhalatiepoeder (patroon) Novolizer: voldoende ademspierkracht is vereist omdat het product vrijkomt door inademing (zonder drijfgas). Het is nodig om eerst zeer krachtig uit te ademen om zo een snelle en diepe inademing te bekomen (bij ouderen is dat niet altijd mogelijk).
Bij ouderen is herhaalde evaluatie van de inhalatietechniek wenselijk,
Zie ook instructiefilmpjes