Neus-keel-oren

• Allergische rhinitis: 
  • Bij incidentele klachten.
  • Bij milde en intermittente klachten, neusloop-dominant *.
• Niet allergische rhinitis: voorkeursbehandeling **.

Geen dosisaanpassing nodig op basis van leeftijd.

• Eén toediening in elk neusgat, 2 maal per dag

• Nasaal gebruik, geen dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie.

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

• De voorzorgsmaatregelen zijn dezelfde als voor jongere patiënten.

• Matige lokale irritatie

Zie Repertorium BCFI 17.3.2.3

• Lokale behandeling is effectief bij rhinitis en is te verkiezen boven orale behandeling, zeker bij oudere patiënten, wegens minder risico bijwerkingen.
• Nasale antihistaminica:
  • Zijn even doeltreffend als orale antihistaminica op de neussymptomen maar werken sneller dan orale antihistaminica.
  • Werken ook sneller dan nasale corticosteroïden maar hebben weinig effect op de oogsymptomen (zie 12.4.1. H1-antihistaminica).
  • Zijn effectief bij zowel allergische als niet-allergische rinitis (zie 17.3.2.3. Nasale middelen bij allergische rinitis).