Ga naar de inhoud
Let op: Om de gebruikerservaring op deze site te verbeteren gebruiken we cookies.
Menu
Login redactie
Ga naar overzicht geneesmiddelen

Haloperidol

ATC: N05AD01

Haldol

Klik op de merknaam voor informatie over dit geneesmiddel via het BCFI.

Selecties

Zenuwstelsel:

  • delirium: bij angst met wanen of hallucinaties en bij hevige motorische onrust (letselpreventie)
  • dementie: gedragsproblemen, enkel na falen van een niet-medicamenteuze aanpak of indien het gedrag een gevaar vormt. Regelmatige evaluatie is vereist en bij aanvang dient een tentatieve stopdatum (binnen 3 maanden) te worden voorzien.  Keuze tussen haloperidol en risperidon.

Contra-indicaties

  • ziekte van Parkinson,
  • risicofactoren voor QT-verlenging, zeker bij parenteraal gebruik en bij gebruik van hoge doses.

Zie Repertorium BCFI 10.2.2

Posologie

 
Begin met een zo laag mogelijke dosis, bouw langzaam op, evalueer regelmatig de risico-batenverhouding en houd de behandelingsduur zo kort mogelijk.
Bij leverinsufficiëntie: de startdosis halveren en langzaam opbouwen.
De hier gegeven dosis is slechts een leidraad  en moet individueel aangepast worden,
  • Delirium, agitatie, psychotisch gedrag, verwardheid:
    • aanvangsdosis: 0,5 mg tot 1 mg per dag in 1 of 2 giften (druppels of comprimés)
    • indien nodig de dosis verhogen na 4 tot 7 dagen tot een maximale dosis van 5 mg per dag (in meerdere giften)
    • bij stabiele toestand: geleidelijk de dosis verminderen
    • bij één inname per dag: inname ‘s avonds
    • druppels kunnen opgelost worden in vloeistof
    • i.m. toediening: 0.5 tot 5 mg/dag
    • bij episodes van acute verwardheid in palliatieve setting kan haloperidol (10 mg tot 30 mg per dag) geassocieerd worden aan midazolam (30 tot 60 mg per dag) in subcutaan infuus.

Bij nierinsufficiëntie

  • bij nierinsufficiëntie (creatinineklaring <10 ml/min) de aanvangsdosis verminderen en dosis instellen op basis van therapeutische respons

Voorzorgen

BIJZONDERE VOORZORGEN VOOR OUDEREN

  • Antipsychotica hebben in het kader van gedragsstoornissen bij dementie een negatieve risico-baten balans, zelfs indien er een psychotische component is. De werkzaamheid is heel beperkt. Indien toch gebruikt, moeten de behandelingsduur zo kort mogelijk en de dosis zo laag mogelijk gehouden worden, en de noodzaak voor het voortzetten van de behandeling moet regelmatig worden geëvalueerd. Bij de aanvang van de behandeling dient een tentatieve stopdatum te worden voorzien binnen de 3 maanden.
  • De dosering die hier gegeven wordt, is alleen als leidraad bedoeld, en moet individueel aangepast worden, op basis van het klinisch antwoord, het optreden van extrapiramidale ongewenste effecten en de graad van sedatie.  Bij epilepsiepatiënten kan het noodzakelijk zijn de dosis van de anti-epileptica aan te passen, vermits haloperidol de epilepsiedrempel kan verlagen.  De dosis aanpassen bij lever-of nierinsufficiëntie
  • Vóór het starten van de behandeling wordt de medische toestand geëvalueerd en wordt er een cardiovasculaire risico-inschatting gemaakt.  Vervolgens wordt de behandeling gestart, rekening houdend met het type dementie, de comorbiditeiten en het cardiovasculaire risico van de patiënt.  
  • Bij lage dosis is geen ECG-monitoring nodig. Bij dosissen boven 2 mg is inschatting van het individuele risico op torsade de pointes en EKG-controle aangewezen voorafgaand aan het opstarten van de medicatie en na het bereiken van de Tmax (Tmax haldol 2-6u).  Bij een verlengd QT dient de dosis verminderd te worden.  Bij een QT boven 500 ms of een verlenging van meer dan 60 ms ten opzichte van de baseline dient men het antipsychoticum te verminderen of te stoppen.
  • In verband met de metabole effecten is regelmatige opvolging van gewicht, bloeddruk en bepaalde metabole parameters (glykemie, lipiden) aanbevolen.
  • Rekening houden met het risico van vallen en de gevolgen hiervan.  Stoppen bij voorgeschiedenis van vallen of valneiging. 
  • Bij verbetering van de gedragsstoornissen dient het antipsychoticum geleidelijk afgebouwd te worden.
    • Bij acute agressie/agitatie worden de antipsychotica gestopt van zodra de situatie terug genormaliseerd is.
    • Bij niet-acuut probleemgedrag wordt het voorschrijven beperkt tot 12 weken zonder symptomen.  Om de drie maanden wordt geprobeerd de medicatie af te bouwen of te stoppen (sommige gedragingen verminderen bij progressie van de ziekte). 
  • Het afbouwen van antipsychotica dient te gebeuren in combinatie met niet-medicamenteuze interventies (zoals meer sociale contacten, meer beweging…):
    • Halveer de dosis om de twee weken tot een lage dosis (haldol 2 mg).  Na twee weken op een lage dosis kan de behandeling worden gestopt.
    • Volg de patiënt initieel wekelijks, daarna maandelijks tot 4 maanden na het stoppen van het antipsychoticum
  • Voorzichtigheid is geboden tijdens een hittegolf: stoornissen in de thermoregulatie zijn mogelijk.

Ongewenste effecten

Incidentie van ongewenste effecten bij ouderen is dosisafhankelijk: dus steeds de laagst mogelijke noodzakelijk dosis gebruiken gedurende een zo kort mogelijke periode.

  • centraal zenuwstelsel: extrapiramidale verschijnselen (acute dystonie, parkinsonisme (freqeunter bij ouderen), bewegingsdrang, tardieve dyskinesie, maligne neuroleptisch syndroom), sedatie, verlagen van de convulsiedrempel,
  • cardiovasculair systeem: orthostatische hypotensie (vooral bij parenterale toediening), tachycardie, verlenging van het QT-interval en aritmieën (risico van torsades de pointes), risico van plotse cardiale dood, vooral bij hoge doses of bij te snel verhogen van de dosering,
  • toegenomen risico van overlijden en cerebrovasculaire aciidenten bij demente patiënten (risico verhoogt naarmate de behandeling langer duurt),
  • verhoogd risico van veneuze thrombo-embolieën,
  • anticholinerge effecten (in beperkte mate),
  • vaak slikstoornissen bij langdurige behandeling gecombineerd met tardieve dyskinesie (risico op cachexie, dehydratie, gevoel van verstikking, verslikken, pneumonie).

Zie Repertorium BCFI 10.2.2

Interacties

+ antihypertensiva en alfa-blokkers (gebruikt n.a.v. prostaathypertrofie): verhoogd risico van orthostatische hypotensie,

+ geneesmiddelen die het centrale zenuwstelsel onderdrukken en alcohol: haloperidol versterkt hun sedatief effect,

+ geneesmiddelen die het QT-interval verlengen (QT-verlenging en torsades de point) , de hartfrequentie vertragen en hypokaliëmie veroorzaken: verhoogd risico van torsades de pointes,

+ metoclopramide: verhoogd risico van extrapiramidale nevenverschijnselen,

+ geneesmiddelen die de epileptogene drempel verlagen (zoals SSRI’s, tramadol, cholinesterase-inhibitoren): verhoogd risico op convulsies,

+ levodopa en dopamine-agonisten: wederzijds antagonisme van deze geneesmiddelen,

+ inductoren of inhitoren van CYP2D6 en CYP3A4 (Repertorium BCFI Inleiding 6.3: Interacties van geneesmiddelen): beïnvloeding van het therapeutisch effect van haloperidol.

Zie Repertorium BCFI 10.2.2

Pletten en delen

  • delen: sommige specialiteiten zijn deelbaar (zie prijzentabel)
  • pletten: Haldol® compr. 5 mg mag ex tempore geplet worden; er bestaan alternatieven (druppels en ampullen voor i.m. en i.v.-toediening)

Zie ook www.pletmedicatie.be

Motivatie

MOTIVATIE VOOR DE SELECTIE

Zenuwstelsel

  • Delirium : ​​​​​​​​​​​​Of medicamenteuze symptoombestrijding noodzakelijk is moet in de individuele situatie zorgvuldig afgewogen worden​​​​​​​​​​​​.
    • De werkzaamheid van antipsychotica ter symptoombestrijding bij delirium is niet eenduidig aangetoond. Dit zijn middelen met belangrijke ongewenste effecten.
    • De klinische ervaring is het grootst met haloperidol en is daarom het middel van eerste keuze indien er een medicamenteuze behandeling opgestart wordt.  
  • Gedragsproblemen bij dementie
    • De werkzaamheid van antipsychotica voor de behandeling van BPSD blijkt zeer beperkt​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​.  Er is weinig evidentie voor een effect op lange termijn (meer dan drie maanden).
    • Op grond van de gepubliceerde onderzoeken over werkzaamheid en bijwerkingen kan geen duidelijke voorkeur worden gegeven voor een bepaald middel.
    • Het meeste onderzoek, is gebeurd met haloperidol en risperidon.

 

 



Feedback

Feedback

Registreer u en blijf op de hoogte

U wil op de hoogte blijven over onze projecten;

het Formularium (Info), de (e)folia, de trasparantiefiches of onze nieuwe projecten ?

Registreer u hier